maandag 3 februari 2014

Praten,praten,praten


In de wachtkamer van de huisarts komt een moeder met haar zoontje binnen. Ik schat dat hij 4 jaar is.  Moeder gaat aan tafel zitten en het jongetje stort zich meteen op de duplo die voor de kinderen klaarstaat. Het is een beetje een sneu jongetje, niet erg leuk om te zien, een beetje te dik en hij is motorisch niet al te handig. Dat kan ook komen omdat hij een hele strakke spijkerbroek draagt en een hele dikke winterjas. Ik wil graag zeggen dat hij z'n jas wel uit mag doen, maar ik hou me in.
 Het kind speelt enthousiast en roept steeds naar z'n moeder: "Kijk". Moeder kijkt wat afwezig naar hem en zegt: "Mooi". Dit herhaalt zich tot ze bij de arts worden geroepen.
Er kunnen natuurlijk allerlei redenen zijn waarom er op dat moment weinig interactie is tussen de moeder en het kind, maar ik ben bang dat het geen uitzondering was. Het kind nam genoegen met de korte reactie van de moeder- hij was blijkbaar niet anders gewend.
Wat zou het een verschil maken als er meer met een kind gepraat wordt. Vandaag las ik weer dat het zo belangrijk is om al tegen een pasgeboren baby te praten en wel op de manier die veel mensen vanzelf doen: hoge toon, bepaalde klinkers benadrukken, een beetje zangerig, onzin woorden als "oetsiekoetsie. Vertel een baby, dreumes, peuter wat je aan het doen bent, wat je samen gaat doen, wat je ziet. Zorg dat er interactie is tussen jou en het kind en "vertaal" dit. "Nu ga ik jouw luier verschonen, krrrk de plakkers los, nou eens even kijken welke verrassing er is, oh wat heb je een leuk hemd aan, ja, met stipjes enz enz
En ja, praat één op één met je kind,  praat liefdevol in de taal van je hart, praat Nederlands, Turks, Dari, Luganda of welke andere taal of dialect dan ook. Als het kind een rijke taal heeft geleerd zal het daarna ook in het Nederlands weten dat niet alle bloemen "bloem" heten.