Het jonge kind
Drie weken voor mijn tiende verjaardag werd ik tante en ik
denk dat toen mijn fascinatie voor het jonge kind is begonnen. Ze was een mooie
baby met diep blauwe ogen en pikzwarte lange wimpers. Ze maakte geluidjes,
lachte en vooral: ze kon me ernstig en diep in de ogen kijken. Dit was geen
kind dat nog maar net op de wereld was, nee, het leek alsof er al van alles in
die ogen te lezen was.
Als tweejarige was ze zeer serieus bezig met onzichtbare
lieveheersbeestjes en o wee als ik zomaar ergens ging zitten! Daar zat juist
een lieveheersbeestje!
Ze had haar eigen kijk op de wereld en haar teleurstelling
was dan ook groot toen we samen naar de buurtsuper Bosman gingen : waar was nou
het bosmannetje?? Ze leefde in haar eigen kinderwereld, een wereld die er heel
anders uitzag dan mijn wereld, maar waar ik met plezier af en toe een kijkje
mocht nemen.
Het mooiste was, zeg ik nu achteraf, dat er maar weinig
inbreuk werd gedaan op haar wereld. Natuurlijk moest ze op tijd eten en slapen,
maar ze mocht vooral doen wat een kind wil doen: ontdekken, betekenis geven,
vallen, opstaan, bang zijn, wegdromen, verwonderen, eigenlijk alles waar ze op
dat moment aan toe was. En dit alles samen met de kinderen uit haar buurt.
Hoe anders is het nu anno 2013 en wat zou er gedaan kunnen worden
om kinderen weer meer kind te laten zijn? Wat dat is waar ik voor pleit:
laat
kinderen kind zijn.